Donderdagavond 19 januari heeft een jongeman met een handicap bijna een uur moeten wachten op hulp van de politie, nadat hij was aangereden door een auto. De politie bevestigt het verloop van de feiten.

Aanrijding
Het ongeval gebeurde rond acht uur op de Noordsingel ter hoogte van de Prinsensingel. De jongen was met zijn elektrische rolstoel naar de supermarkt geweest voor een boodschap en onderweg naar huis. Hij wilde de kruising oversteken, maar het stoplicht sprong te snel weer op rood.

De automobilist kreeg inmiddels groen en zag de jongen over het hoofd, waarna een botsing niet meer was te vermijden. Zowel de rolstoel als de auto raakten beschadigd. De automobilist en zijn zoontje bleven ongedeerd, en ook de aangereden jongen gaf aan dat hij in orde, maar wel erg geschrokken was.

Politie
De automobilist gaf aan eerst 112 te hebben gebeld, maar dat de politie weigerde te komen, omdat er niemand gewond was. Ook de politie bevestigt dit in een reactie: “Uit de eerste melding die bij hen binnenkwam kwam naar voren dat niemand bij het ongeval gewond was geraakt en dus ook geen ambulance nodig was. Uit de informatie die wij op dat moment kregen was ook politie ter plaatse niet nodig, omdat het met beide betrokken partijen goed ging en dat het ongeval afgehandeld kon worden door middel van het invullen van schadeformulieren.”

Twee voorbijgangers die kort na het ongeval waren gestopt, waren toch bezorgd om de jongen en belden opnieuw de politie. Zij benadrukten dat het slachtoffer een hulpbehoevend persoon betrof en dat ondersteuning toch gewenst was. Zij verklaren ook dat het goed zou zijn als de politie kon helpen bij het bereiken van bijvoorbeeld familie, omdat de jongen aangaf dat hij niemand kon bereiken. De centralist van de meldkamer gaf hierop aan een eenheid te zullen sturen.

Ook deze verklaring bevestigt de woordvoerder van de politie: “Enige tijd later krijgen wij een nieuwe melding binnen van het ongeval, van omstanders. Uit nieuwe informatie van hen bleek dat het hier om een hulpbehoevend persoon ging en dat er alsnog ondersteuning gevraagd werd om ter plaatse te komen. Op dat moment proberen wij zo snel mogelijk te handelen en kijken wij welke dichtstbijzijnde collega’s beschikbaar zijn om naar de plaats van het ongeval toe te gaan.”

Uur in de sneeuw
Terwijl de natte sneeuw in alle hevigheid naar beneden komt, proberen passanten de jongen beschut en warm te houden. Na drie kwartier wordt opnieuw gebeld met de vraag waar de politie blijft. Op dat moment wordt aangegeven dat agenten net onderweg zijn en zo’n tien minuten later komen zij aan.

Een woordvoerder van de politie erkent de gebeurtenissen en legt uit dat de lange aanrijtijd te maken heeft gehad met de hoeveelheid spoedmeldingen op dat moment: “Helaas kan het soms voorkomen dat het enige tijd duurt voordat we dan ter plaatse zijn, zeker op een moment als gisteravond toen er meerdere spoedmeldingen tegelijkertijd in de omgeving binnenkwamen.”