Houd in het verkeer rekening met kinderen die weer op de fiets of lopend naar school gaan. Zo aan het begin van het schooljaar zijn kinderen vol van vakantieverhalen en van de spanning van een nieuw schooljaar. Ook lopen en fietsen veel kinderen een nieuwe route naar school.
Nader kruispunten langzaam, haal kinderen in met een veilige afstand en pas je snelheid aan. En vooral: wees voorbereid op onverwachte acties van kinderen. Met name rondom scholen is het vaak erg druk en onoverzichtelijk. Let dus extra goed op in de buurt van een school of op een schoolroute.
Kinderen zijn geen minivolwassenen
Kinderen doen onverwachte dingen, ook in het verkeer. Daarnaast moeten ze nog veel dingen leren. bijvoorbeeld uit hun ooghoeken kijken of geluiden plaatsen. Ook hebben ze een langere reactietijd dan volwassenen.
Wat kunnen kinderen in het verkeer?
Kinderen gaan fietsen vanaf hun vijfde jaar. In het begin slingeren ze daarbij erg, vooral als ze achteromkijken of langzaam fietsen. Vanaf hun zesde jaar kennen kinderen de functie van een stoep, een zebrapad en een verkeerslicht (rood is stoppen, groen is veilig). Tot hun achtste of negende jaar kunnen kinderen gevaren niet zien aankomen. Pas vanaf hun tiende jaar kennen kinderen de meest basale verkeersregels en –borden. Tussen hun tiende en veertiende jaar onderschatten vooral jongens de snelheid. Daardoor kunnen ze plotseling, vlak voor naderende voertuigen, oversteken.