Dinsdagavond werd in de raadsvergadering van Leidschendam-Voorburg gesproken over de mogelijke gezondheidsrisico’s van het kunstgras rubbergranulaat bij amateurvoetbalvereniging Wilhelmus. Zij voetballen op sportpark Westvliet in Voorburg.
Rubbergranulaat is niet gevaarlijk, of weten we het niet?
Een club met bezorgde ouders startte een stichting onder de naam Kom Van Dat Gras Af (KVDGA). Zij maken zich zorgen over de effecten van het kunstgras op lange termijn omdat deze niet bekend zijn. Volgens de bezorgde ouders zitten er geheime stoffen in het gras waar niet op getest kan worden en dus ook niet gezegd kan worden of ze schadelijk zijn.
Slecht voor het milieu
Op televisie wordt steeds vaker gesproken over de invloed van het kunstgras met granulaat voor het milieu. Het televisieprogramma Zembla had hier eerder aandacht voor. Ook de Unie voor Waterschappen vindt dat de rubberkorrels niet meer gebruikt mogen worden en dat er op zoek gegaan moet worden naar alternatieven.
Gezondheid van de kinderen
Mahjoub Mathlouti van D66 Leidschendam-Voorburg sprak tijdens het ronde tafelgesprek in de vergadering over de gezondheid van de kinderen die mogelijk in gevaar is. Hij vindt dat er gekozen moet worden voor gezondere en betaalbaardere alternatieven omdat er verwaarloosbare gezondheidsrisico’s zijn, zo publiceerde het RIVM in een rapport in 2016. ‘Veel gemeenten nemen hun verantwoordelijkheid en tonen leiderschap door verder te kijken dan het onderzoek van de RIVM en rubbergranulaat gewoon te bannen. De vraag aan de wethouder is of zij bereid is om dat zelfde te doen.’, aldus de inspreker.
Wethouder Stemerdink herkent bezorgdheid
‘Het college volgt de uitspraak van het RIVM. Uit dat onderzoek blijkt dat er een verwaarloosbaar gezondheidsrisico is. Op basis van gesprekken in de raad is besloten dat er geen reden is om over te schakelen op andere materialen. Als er een nieuw onderzoek komt dat aanleiding geeft dat we een andere lijn moeten volgen dan gaan we dat doen.’ De wethouder snapt de bezorgdheid van de ouders wel. ‘Ik ben in gesprek gegaan met ouders en herken de bezorgdheid, maar we moeten kijken naar de feiten die er nu liggen, maar we volgen de ontwikkelingen op de voet.’